De schemering valt. Jij gaat bijna naar bed en ik zal je niet instoppen vandaag. Je gaat slapen als een jongen van zeven. Je zult wakker worden als een jongen van acht. Elk jaar in aanloop naar deze dag denk ik; dit jaar zal het anders voelen.
Het voelt nooit anders. Voor heel even ga ik terug in de tijd. Je ligt op mijn blote borst en je bent klein, zo klein. Je bolletje donsig zacht. Je vingertjes bewegen zoekend, klampen zich vast aan mijn handen, mijn hart. Ik voel me overvallen door grootse liefde en grootse twijfel.
Hoe ga ik dit goed doen?
Het goed doen zal mislukken. Dus we beginnen maar gewoon. En met alles wat er niet goed ging, is het toch best goed gegaan. Want opeens ben je acht. Staat je haar alle kanten op en draag je jezelf met trots.
Zoals ik je droeg.
Steeds als ik je zeg dat je nu echt oud genoeg bent om iets zelf te kunnen, stribbel ik van binnen tegen. Het betekent steeds weer een laatste keer. De laatste keer paardje rijden. De laatste keer jouw veters strikken. De laatste keer dat jij in slaap valt op mama's kussen, je knuffels verspreid over het grote bed.
Steeds als je zegt dat je nu echt oud genoeg bent om iets zelf te kunnen, betekent het de eerste keer van iets. De eerste keer dat je jezelf bewijst dat je het kunt. De eerste keer dat je iets nieuws verzint. Dat je maar gewoon begint. Dat de wereld meer en meer en meer van jou krijgt.
Meer van jou. Het is het mooiste wat er is. Dus groei, lieve jongen. Groei naar hartelust. Groei zo hard je kunt. Groei met heel je lijf en heel je wezen. Net zo lang tot je niet groter kan. Groter dan ik me voorstellen kan omdat mijn hart en mijn handen zich herinneren hoe klein je was.
En als je even niet weet hoe het moet. Hoe je groeien goed doet. Begin maar gewoon.
Foto: Miek van Kraay photography
Comments