top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverRamona van Silfhout

Oppervlak.

en wie het niet ervoer, die weet het niet.


Voor de zoveelste keer klap ik mijn laptop open. Want er is een verhaal en het moet op papier maar ik weet niet hoe. Ik blog niet vaak. De enkele keer dat het wel gebeurt is omdat ik voel dat ik iets delen wil; een waardevol inzicht, inspiratie of een bijzondere gebeurtenis. Iets waarvan ik hoop dat het voor een ander ook iets betekenen kan. Lucht, licht, een stapje dichter naar de kern of misschien gewoon een glimlach.

Maar het ding is; ik heb dit keer niets van dat alles te brengen. Wat op papier moet is rauw, verwarrend en ook nog eens heel persoonlijk. Wie mij echt goed kent weet dat ik wel deel maar nooit écht alle registers open trek. Ik twijfel of ik deze blog wil publiceren en dat is precies de reden dat ik het moet doen.

Ik maakte een wandeling in het donker. Ik luisterde muziek. Ik hoorde een liedje van Janne Schra en het Noordpool orkest, gebaseerd op een gedicht van Vasalis. Midden op straat stroomden de tranen over mijn wangen. Want het is precies zo:

Oppervlak

Er zijn dingen, die alleen het oppervlak beroeren, daaronder blijft de ziel gelijk en blinkt, zoals een vijver waarop blaadren varen, of als een kinderoog onder verwaaide haren. Men zingt en luistert hoe het klinkt.


Maar er zijn soorten van verdriet, die iets verandren aan het lied. Men wordt bespannen met heel andre snaren en wie het niet ervoer, die weet het niet.


In oktober 2018 kreeg ik na 15 weken zwangerschap een miskraam. Onverwacht en onverklaarbaar. Het kleine kindje waar ik zo intens naar verlangde zou er nooit komen. We hadden het nog zien ‘hupsen’ op de echo, springlevend. Ik dacht zelfs dat ik het al voelde. En toen, een paar weken later, stond ik in het bos met een klein mandje met bloemen, een knuffeltje, ons kleine kleine babietje en een rafelig deel van mijn hart. Nooit zou ik haar haartjes ruiken en nooit zou ze me een plakkerig handje geven. Nooit zou ik haar stemmetje horen en nooit zou ik weten wat er allemaal in haar besloten lag. Een eindeloos aantal ‘nooits’ kwamen voorbij, het intense missen was begonnen en een rauwer verdriet kende ik tot dan toe niet.

Kun je iets uit de toekomst missen? Ik begreep er niets van. En dan heb ik het niet over hoe dit kon gebeuren. Natuurlijk verlang ik naar antwoorden maar ik kan me overgeven aan iets wat groter is dan ik. En hoe oneerlijk ik het soms ook vind, ik ben volledig doordenkt van het feit dat leven kwetsbaar is. Ik weet dat ik niet de enige ben. Het gebeurt vaak. In de weken na de miskraam druppelden de verhalen binnen. Vrouwen die met me deelden hoe het voor hen was geweest. En ik zeg je eerlijk; ook ik wist het niet. Voordat het mijzelf overkwam had ik ook gedachten als: ‘het hoort erbij.’ ‘Het gebeurt nou eenmaal.’ ‘Het is verdrietig maar er komt waarschijnlijk wel weer een nieuw kindje.’

en wie het niet ervoer, die weet het niet.


Want hoe kan het dat we dit niet delen met elkaar, tenzij het er heel expliciet over gaat? Is het schaamte? Niet weten hoe? Het laatste taboe? Mijn zus zei me: “Het is zo gek. We zijn er allemaal op onze eigen manier verdrietig over. Maar we delen het niet.” Van alle vrouwen die ik dagelijks tegenkom en in de ogen kijk? Wie van hen kent dit? Wat gaat er schuil achter mijn lachende medepassagiers in de trein, alle inspirerende vrouwen in mijn instagramfeed, vriendinnen van vriendinnen, de dames bij de kassa, de serveerster aan mijn tafel?


Nu weet ik; het hoort er niet bij. Ja, het gebeurt maar het is niet zomaar een missertje of veel voorkomend medisch ongemak. En nee, er is niet zomaar een nieuw kindje. En als er wel een kindje volgt, dan is dat nog steeds niet dit éne kindje. Dit ene unieke kindje wat ik nooit zal vasthouden. Onvervangbaar, al zouden er drie ‘gelukte’ zwangerschappen volgen. (En maakt dat deze zwangerschap dan ‘mislukt’?) Ik ben door het ‘oppervlak’ van Vasalis heen gezakt. Bespannen met andere snaren. En het kan nooit meer niet zo zijn.

Een paar weken geleden mocht ik weer met een positief blauw streepje op het staafje in mijn hand het toilet aanlopen. Met een mix van blijdschap en angst keek ik mijn vriend aan. Een angst die misschien een voorgevoel was want al gauw ontdekten we dat het helaas niet op de goede plek zat. We moesten de zwangerschap met een chemobehandeling afbreken. Het is een understatement maar ik weet even niets anders erover te zeggen dan dat we betere tijden hebben gekend. En nogmaals, dit is geen blog om medeleven te ontvangen, ook geen blog om deze pijn op straat te leggen. Het is een vraag. Hoe doen andere moeders dit? En nogmaals, waarom weten we dit niet?

Vanuit mijn training in familieopstellingen weet ik hoe belangrijk het is om ook miskramen een plek in het systeem te geven, hoe pril het ook was. Erkenning, een naam. Maar wat betekent dat in het gewone leven? Zomaar een vraag bij de kapper in mijn nieuwe woonplaats; “Hoeveel kinderen heb je?” Volautomatisch antwoord ik: "Eén, een jongetje van twee en een half. Een heerlijk schurkie." En daar komt het. Ik voel me stom. Mijn verhaal voelt vreemd tussen de koetjes en kalfjes en ik vind het te persoonlijk om een ander antwoord te geven. Want heb ik er maar één? Of drie, waarvan twee in het licht of de hemel? Of een zoontje bij ons, een meisje niet meer bij ons en iets wat je nog geen kindje kunt noemen? Bestaat alleen mijn zoontje echt? Hangt het antwoord af van de persoon die het vraagt? Krijgen alleen de mensen dichtbij de waarheid? Een zwangerschap van een paar weken is nog geen kindje te noemen. Maar toch heb ik hem bij me gevoeld. Ken ik zijn naam en weet ik hoe hij eruit zou zien. Ken ik zijn karakter en op wie hij lijken zou. Is dat dan niet echt?


Tegenwoordig kun je als ouders ook een in een vroeg stadium van de zwangerschap doodgeboren kindje erkennen in het gemeenteregister. Na mijn eerste miskraam twijfelde ik hierover. Nu zou ik niet meer weten waar die grens ligt. Want het ene kindje inschrijven en de andere zwangerschap niet….hoe dan? Dus doe ik maar niets.

Soms geef ik mezelf antwoord op mijn vragen. Ik vertel mezelf dat er geen juiste weg. We doen allemaal maar wat. Sowieso. Er is geen handleiding miskramen. En er is niemand die je vertellen kan waarom het is gebeurd en hoe je er mee om gaat. Ik schreef ooit een blog over een ode aan het gebroken hart. Nou, hier is ie in volle glorie. Het leven keek me recht in de ogen aan. En alles wat ik kan doen is terugkijken en stil zijn. Niet wegrennen voor de diepte en de angst. En zien wat er is. Gewoon weer opstaan, een beschuit eten, naar de Intratuin rijden voor een nieuwe plant en struikelen over een duplo-bouwerk. En in de volledige ravage ontdekken we elkaar opnieuw en geniet ik bewuster van wat er is. Ik ben intens dankbaar voor ons kleine ventje. ‘S ochtends samen knuffelen in bed, kijken hoe hij achter de kippen aanrent of voelen hoe hij zijn handje op mijn been legt als we samen een filmpje kijken. Dit alles natuurlijk gewoon afgewisseld met achter-het-behang-plak-momenten.

Lieve mensen zeggen me dat we het een plekje moeten geven. Dat we elkaar stevig vast moeten houden. Dat ik rustig aan moet doen en dat het dan wel goed komt. Ik wil geen plekje geven, alles in mij wil gewoon dat het niet zo is. Ik wil niet rustig aan doen, ik voel alleen maar een intense onrust en verlangen om mezelf te voeden met leven en inspiratie. En ja ik zie de treurige symboliek daarin. Elkaar stevig vasthouden, dat wil ik wel. En soms ook niet trouwens. En wat betekent 'wel goed komen' eigenlijk? Zoals ik zei. Ik weet niet waarom ik dit schrijf. Ik heb geen wijze woorden te delen. Ik zou alleen maar willen dat ik het nooit geweten had. En aan de andere kant zou ik willen dat we het allemaal weten, omdat het overal is. Vriendinnen, buurvrouwen, zussen, collega’s. Allemaal door het oppervlak gezakt. Allemaal bespannen met nieuwe snaren. Ik zou ze willen horen.

Over stille verhalen gesproken.




* Vasalis heeft het gedicht overigens geschreven voor een jong kindje wat ze verloor aan ziekte.

890 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page